In het whitepaper over curriculumvernieuwing heeft u kunnen lezen dat bij veel opleidingen curriculumvernieuwing hoog op de agenda staat. Opleidingen staan voor de uitdaging een curriculum aan te bieden dat studenten toekomstbestendig opleidt.
Als er gekeken wordt naar de onderwijspraktijk zijn er grote verschillen in aanpak. Sommige opleidingen gaan voor een radicale vernieuwing, andere doen het geleidelijk. Afhankelijk van de context worden ook verschillende keuzes gemaakt ten aanzien van de inzet van ICT, de rol van de beroepspraktijk en de mate waarin flexibilisering een rol speelt.
IN DIT ARTIKEL KOMEN DE ERVARINGEN VAN DE VOLGENDE DRIE CURRICULUMONTWIKKELAARS NAAR VOREN:
Annet Faber is tweedejaarscoördinator van de studie Commerciële Economie op de Hogeschool Leiden. Afgelopen jaar heeft ze het curriculum voor het tweede studiejaar vernieuwd. Het nieuwe onderwijsprogramma draait nu een aantal weken.
Theo van Mal is curriculumontwikkelaar en docent op de Hanzehogeschool. Momenteel is hij bezig met het vernieuwen van het curriculum voor het derde jaar van de studie Financieel Economisch Management.
Peter Jonker heeft in het studiejaar 2016-2017 het curriculum van het eerste jaar Commerciële Economie op de Hogeschool Leiden ontworpen. Het vernieuwde curriculum draaide voor het eerst in studiejaar 2017-2018 en draait nu voor de tweede keer.
De beweegredenen
Er zijn ontzettend veel redenen te bedenken om een curriculum te vernieuwen. Een veranderende beroepspraktijk, aansluiten bij de belevingswereld van huidige studenten en de zorgen om studiesucces zijn slechts enkele voorbeelden. Voor Van Mal was de veranderde beroepspraktijk de voornaamste reden om te vernieuwen. ‘Vernieuwing is nodig voor een betere aansluiting op het beroepenveld. Veel beroepen zullen in de toekomst veranderen of zelfs verdwijnen. De student moet hier op voorbereid zijn.’ Jonker benadrukt het belang van de veranderende studentenpopulatie. Opleidingen hebben te maken met millenials die zijn opgegroeid met internet en mobiele divices. Technologie is daarmee een onderdeel van het leven geworden. ‘Het klassieke model van enkel kennis zenden naar de student werkt niet meer. Bij dit soort lessen leunen studenten achterover en doen vrijwel niks. Wij merkten dat studenten weinig van de lessen oppikten, minder aangehaakt waren en minder vaak kwamen opdagen. Dit heeft ons tot vernieuwing aangezet.’ Ook Faber ziet deze ontwikkeling: ‘De huidige generatie vraagt een andere vorm van onderwijs, een vorm die veel actiever is en werkt met active learning.
De knelpunten
Het vernieuwen van een curriculum wordt door velen ervaren als een lastige en zeer tijdrovende klus. Alle drie de ontwikkelaars benadrukken het gebrek aan tijd als knelpunt. ‘Voor curriculumvernieuwing is heel veel tijd nodig en zelfs gaande het draaien van een nieuw curriculum kom je vaak nog achter aanpassingen die gedaan moeten worden’, vertelt Van Mal. Faber licht toe dat docenten vaak wel uren krijgen, maar lang niet genoeg. ‘Het komt er eigenlijk op neer dat je het naast je werk moet doen en dat is pittig’’. Jonker voegt hier aan toe dat de uren die docenten krijgen vaak versnipperd zijn. ‘Dit werkt niet en is niet efficiënt.’ Bovendien geeft hij aan dat beschikbare tijd niet het enige knelpunt is, ook de kunde om te kunnen ontwikkelen benoemt hij. ‘Mijn ervaring is dat er maar heel weinig docenten zijn die goed kunnen ontwikkelen. Docenten moeten niet alleen de tijd krijgen, maar ook de kwaliteit hebben om pluck & plate te kunnen leveren. Dit houdt in dat het plan direct inzetbaar en vrij van fouten is. Er zijn maar heel weinig docenten die dit kunnen en dan moet het plan ook nog goed in elkaar zitten, creatief en eigentijds zijn.’
Het creëren van draagvlak
Faber vertelt dat weerstand bij verandering heel normaal is, maar dat ze bij de vernieuwing geen probleem op het gebied van draagvlak heeft ervaren. ‘Met het gehele kernteam van jaar twee hebben wij het nieuwe programma neergezet. Daarnaast waren docenten over het algemeen nauw betrokken bij de veranderingsplannen. Hierdoor was er binnen het team al voldoende draagvlak.’ Ook Van Mal vertelt dat het belangrijk is om iedereen te laten mee denken en om docenten tussentijds te laten zien hoe het er mee staat. ‘Iedereen moet ervaren dat het een onderdeel is van zijn of haar nieuwe werkzaamheden.’ Jonker heeft hier een andere kijk op. ‘Het creëren van draagvlak door iedereen mee te laten ontwikkelen is een ideale situatie die vaak in de praktijk niet werkt. Mijn ervaring is dat je tijdens het ontwikkelen beter een klein team kan hebben dat dedicated is en ook daadwerkelijk de faciliteiten krijgt.’ Wel voegt hij hier aan toe dat het team inderdaad moet zorgen dat de rest van het docententeam meegenomen wordt in het ontwikkelingsproces, door bijvoorbeeld regelmatig inkijk te bieden en open te staan voor feedback.
EEN AANTAL TIPS:
'Stel vooraf vast wat het gemeenschappelijke uitgangspunt van de vernieuwing is.' Annet Faber
'Geef een dedicated team voldoende tijd en ruimte om te kunnen ontwikkelen met de juiste faciliteiten.' Peter Jonker
'Neem iedereen mee in de ontwikkeling en geef voldoende ruimte om docenten en studenten feedback te laten geven.' Theo van Mal
'Betrek bedrijven bij de inhoudelijke ontwikkeling om in te spelen op trends, om relevante en actuele kennis en businesscases in huis te halen.' Peter Jonker
DE RESULTATEN
Van Mal zit nog midden in de vernieuwing, maar wat hij wel al durft te zeggen is dat ze een veel moderner curriculum krijgen. ‘Studenten gaan vanaf het begin al veel praktijkervaring opdoen en zich bezighouden met onderzoek. Hierdoor gaan we studenten opleiden die dichter bij de praktijk staan met een veel kritischere en meer onderzoekende houding.’ Bij Faber loopt het curriculum ongeveer één periode en ze is tot nu toe zeer tevreden. ‘Tuurlijk zijn er dingen waarvan we denken dat het beter had gekund of net even wat scherper had gemoeten, maar dat nemen we allemaal mee naar volgend jaar.’ Het curriculum van Jonker loopt momenteel al twee jaar, zelf ziet hij na deze vernieuwing één hele grote verbetering. ‘Studenten hebben in het nieuwe onderwijs veel meer vrijheid en keuzemogelijkheden gekregen. Ze kunnen projecten naar hun eigen hand zetten en zelf meer beslissingen nemen. De studenten krijgen meer ruimte en dat levert veel creatievere uitkomsten op dan voorheen.’
'De studenten krijgen meer ruimte en dat levert veel creatievere uitkomsten op dan voorheen.' Peter Jonker
Wilt u meer weten?